De vicieuze cirkel en oorzaken van osteoporose

De meest voorkomende breuken zijn fracturen van de heupkop, de nek, boven- en onderarm, ribben en vooral van de wervelkolom (wervellichaamfractuur). Veel patiënten met fracturen die het gevolg zijn van osteoporose, waaronder fracturen aan de heupkop en de wervels, blijven bedlegerig. Het resulterende gebrek aan activiteit verzwakt het botstelsel verder. Zodoende kan chronische pijn ontstaan, dat op zijn beurt de bewegingsbeperking verder vergroot, met nog sneller botverlies en daarmee de progressie van osteoporose als gevolg. Bovendien verhoogt het aantal en de ernst van deze min of meer spontane botbreuken het risico op verdere botbreuken significant. Eén op de vijf patiënten die op latere leeftijd een heupfractuur krijgt, overlijdt binnen een jaar aan de gevolgen.

Ernstige gevolgen van osteoporose

  • Sterk verhoogd risico op fracturen door ‘kleine’ en alledaagse oorzaken.
  • Zorgafhankelijkheid, bewegingsbeperkingen en verlies van zelfstandigheid.
  • 20% stijging van de mortaliteit na een fractuur van de dijbeenhals (heupbreuk) ondanks goede traumachirurgie.
  • Minder dan de helft van de fractuurpatiënten krijgt hun vroegere mobiliteit terug. Ernstige pijn na fracturen.

 

De oorzaken van osteoporose

Botten hebben verschillende functies. In de eerste plaats dienen ze als steunweefsel, waardoor bewegen en rechtop lopen mogelijk is. Ten tweede beschermen ze de organen tegen invloeden van buitenaf. Ondanks hun stabiliteit zijn botten in het lichaam onderhevig aan constante veranderingen en worden voortdurend opgebouwd, omgezet en afgebroken om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Oud botweefsel wordt geleidelijk vervangen door nieuw weefsel. Vooral breuken vereisen een hoog regenererend vermogen van de botten, wat deze permanente hermodellering en vernieuwingsprocessen noodzakelijk maakt.

Bijna elk bot in het lichaam wordt binnen een periode van ongeveer tien jaar volledig vernieuwd. Dit proces wordt botremodellering genoemd. Het botweefsel bestaat uit twee stoffen: bindweefsel, dat de flexibiliteit van het bot garandeert, en een minerale substantie, die zorgt voor de stevigheid van het bot.

Botafbraak (botresorptie) en botaanmaak (botvorming) zijn meestal in balans (bothomeostase) en vinden plaats door de interactie van verschillende celtypen. Op moleculair niveau wordt botremodellering voornamelijk gereguleerd door de activiteit van de botvormende osteoblasten en de botafbrekende osteoclasten. Als de botbalans verstoord is, kan osteoporose of een andere botaandoening het gevolg zijn.

Wat gebeurt er in de botten bij osteoporose?

Osteoporose, ook wel 'botontkalking' genoemd, betekent "poreuze botten". Botten worden poreus als het lichaam te veel botsubstantie/botweefsel verliest e/o te weinig botsubstantie vormt. Als het verlies van botweefsel sneller verloopt dan de vorming ervan, verliezen de botten hun dichtheid, worden ze zwakker en breken ze gemakkelijker. In medische termen wordt osteoporose beschreven als een metabolische botziekte met een verminderde botdichtheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen osteoporose met hoge omzetting, d.w.z. een verhoogde botresorptie (botafbraak), wat leidt tot verlies van botsubstantie, en osteoporose met lage omzetting, waarbij verlies van botsubstantie wordt veroorzaakt door een verminderde botmetabolisme (botstofwisseling).

Het binnenste van het bot bestaat uit poreus bot (spongieus of trabeculair bot of botbalkjes). Dit zijn kleine bundels botweefsel, die de sponsachtige binnenkant van het bot vormen. Osteoporose is het resultaat van een vermindering van veel van die bundels en balkjes, waardoor de holtes in het bot groter worden. De dichtheid van het bot neemt dus af.

Botten bestaan uit het volgende basisweefsel:

  • Basissubstantie bestaande uit organische en anorganische elementen.
  • Botcellen: osteoblasten voor botvorming, osteoclasten voor botresorptie (botafbraak)
  • Beenvlies (periosteum): pijngevoelige en bloedvatenrijke ‘buitenbekleding’ van botweefsel. Het periosteum omvat alle menselijke botten met uitzondering van de gewrichtsoppervlakken
  • Beenmerg (medulla ossium): rode sponsachtige substantie in het binnenste van botten voor de vorming van bloedcellen en bloedplaatjes

Stadia van osteoporose

Heeft u vragen of opmerkingen?
Neem via een van onderstaande mogelijkheden contact met ons op